Het is veel meer dan een spelletje…
Als je ergens opnieuw wilt beginnen, moet je zelf de eerste stap zetten om daar te landen. Dat was een motto voor mij toen ik hier ongeveer 20 jaar geleden kwam wonen. Ik moest zelf zorgen dat ik mensen leerde kennen. Dat ik de taal ging spreken. Dat ik vrienden moest maken.

Omdat voetbal een prachtig middel is om mensen met elkaar in contact te brengen, stapte ik in mijn eerste weken in Amsterdam naar een club in de buurt van mijn huis. Daar trof ik een bijna lege kantine. Een paar mensen keken me aan.
"Ik ben net in Amsterdam komen wonen. Ik wil voetballen. Weten jullie of ik hier mag voetballen?"
Mijn gebrekkige Nederlands liet iedereen zien dat ik ver van huis was.
"Sorry, we zitten midden in het seizoen. Dat kan niet meer."
Shit… dacht ik. Ik weet niet meer precies of ik nog een poging deed om toch mee te mogen voetballen. Ik wil gewoon voetballen, hoezo kan dat hier niet? Ik had geen flauw idee hoe een voetbalvereniging hier werkte. Ik bedankte die drie heren voor het korte gesprekje en liep naar mijn fiets. Toen hoorde ik een van hen vragen:
"Hé… waar kom je vandaan?"
"Brazilië."
Ik hoorde hen onderling wat tegen elkaar zeggen.
"Het eerste elftal traint vanavond. Je bent welkom!"
Diezelfde avond maakte ik mijn entree in het Amsterdamse voetbal. Mijn eerste training. Pittig was dat… al die eindeloze pass- en trap-oefeningen en kleine partijtjes waar je de bal maximaal één of twee keer mocht aanraken. Het was anders: koud, intens, modderig, donker… maar het balletje was rond en de mensen waren heel vriendelijk.
Later die avond vertelde ik Susanne over mijn gesprekje in de kantine, mijn eerste training en de uitnodiging om te blijven trainen. Zij vertelde dat een collega van haar via een vriend had geregeld dat ik mee mocht trainen met het tweede team van een vereniging aan de andere kant van de stad. Met haar sprak ik af dat ik zou gaan trainen als teken van dankbaarheid voor de moeite van haar collega.
Een paar dagen later stapte ik op mijn fiets. Ik moest ongeveer 35 minuten fietsen in die miezerige avond. Ik vertrok ruim van tevoren want ik was bang om me te verdwalen tijdens mijn eerste poging om de stad door te kruisen. Omdat dat niet gebeurde kwam ik veel te vroeg aan bij de club. De kantine was nog leeg… Ik vroeg naar Carlos, de trainer van het tweede. De oude dame van de kantine zei dat ik moest wachten. Haar kleine hondje bleef aan me ruiken.
Op een gegeven moment kwamen de eerste mensen binnen. Carlos was niet te zien. De oude dame vroeg aan een van de jongens, een lange met kort haar, of hij me naar de kleedkamers wilde brengen. Hij liet me zien waar ze waren. Ik zag mensen in verschillende kleedkamers binnenlopen. Bij de eerste kleedkamer links ging ik naar binnen. Die lange jongen zat vlak naast de deur, alsof die plek van hem was. Ik ging tegenover hem zitten.
De meesten waren van mijn leeftijd, schatte ik in. Een paar waren boven de 30 en een of twee tegen de 40. Ik kon al redelijk Nederlands, maar in zo’n grote groep begreep ik weinig van wat er onderling werd gezegd. Ik merkte wel dat iedereen nieuwsgierig naar me was. Het leek alsof ze niet snapten waarom ik daar zat. "Zou Carlos niet hebben verteld dat ik vandaag mee zou trainen?"
Toen ik uit de kleedkamer kwam, was Carlos er nog steeds niet. Ik liep met de groep naar een modderig veld. Daar vormden zich twee groepen. In beide groepen gingen ze "bobinho" spelen. Ik vroeg bij de eerste groep of ik mee mocht doen. Ik ging in het midden staan… Al snel stond ik in de kring. Al snel hoorde ik mensen zeggen: "Die Braziliaan kan wel wat!" Opeens zei een van hen:
"Daar loopt Carlos."
Ik zag hem naar de andere groep lopen.
"Ik ga naar hem toe," zei ik.
"Nee hoor, blijf hier," zei een ander, een van de oudsten van de groep. En hij liep naar Carlos.
Die "bobinho" was intens. Ik mocht wéér maar maximaal twee keer de bal raken. Opeens begon iedereen in te lopen. "Wat gek! Na deze intense ‘bobinho’ ben ik er al helemaal klaar voor." Ik ging natuurlijk mee. Een lange, mooie jongen met krullend haar begon met me te praten… Ik vroeg hem waarom de twee groepen niet samen "bobinho" hadden gespeeld en nu weer apart inliepen.
"Het eerste en het tweede trainen gescheiden."
"Maar wie is het eerste en wie is het tweede?"
"Wij zijn het eerste."
"Shit!" Ik zat bij het verkeerde team.
Ik zei tegen de groep dat ik naar de andere groep moest. Ik wilde bijna mijn excuses aanbieden voor de verwarring, toen hoorde ik degene die met Carlos had gepraat:
"Jij traint vandaag met ons!"
Hij was de trainer.
Er volgde een modderige, koude avond met weer veel te veel pass- en trap-oefeningen en partijtjes waar ik de bal maximaal twee keer mocht aanraken. Toch trainde ik alsof mijn leven ervan afhing. Alsof ik al aanvoelde dat deze mensen en deze club enorm veel voor mijn nieuwe leven zouden betekenen.
Na de training was ik helemaal kapot. De jaren zonder voetbal en deze intense avond hadden me afgemat. Maar ik was tevreden. Wat een leuke avond was dat. Wat bijzondere mensen zijn dit.
De trainer vertelde mij en een andere jongen, met rossig haar en een baard, dat we een formulier moesten invullen wat documenten moesten inleveren en een foto. Een paar weken later droeg ik voor het eerst dat zwart-gele shirt. Een vriendschappelijke wedstrijd tegen de buren.
Thuis vertelde ik Susanne dat ik de volgende dag SDZ zal bellen om te zeggen dat ik naar een nieuwe club ging: DVVA. De lange ritten naar het oosten van de stad werden routine. De intensiteit van de trainingen en wedstrijden deed mijn lichaam geen goed. Ook de jaren zonder structurele training hadden niet geholpen. Maar die mensen maakten alles goed. Die woensdagavonden met zelfde gekookte maaltijden, met Champions League op de achtergrond—of de NOS (tot verbazing van de trainers) als er verkiezingen waren geweest.
Ik had nooit de intentie gehad om weer serieus te voetballen. De vele blessures en koude avonden maakten het soms moeilijk voor me om door te gaan. Maar het was altijd veel meer dan een spelletje voor mij. Het was het bouwen van een nieuw leven, op een nieuwe plek. De liefde had me naar Nederland gebracht. Maar mijn nieuwe leven zal mijn hier behouden.
Na een bizar seizoen met een trainer die totaal niet bij ons paste, stonden we na een verloren nacompetitiewedstrijd op het veld te praten. We bespraken het seizoen, de mismatch met de trainer, het team… Bij mij knaagde het gevoel dat het spelletje toch te serieus bleef en dat ik meer vrijheid wilde.
Ik begon het nieuwe seizoen bij het eerste. We gingen naar een trainings-bierkamp in Duitsland. Bij de eerste training na het kamp was ik aan het rekken. Ik wist precies welke spieren ik moest rekken, hoe ik het moest doen en wat ik nodig had. Mijn ogen waren dicht… het was een mooi ritueel. Totdat het abrupt werd onderbroken door de nieuwe trainer. Hij wilde me leren hoe ik die specifieke rekoefeningen moest uitvoeren.
“Zie je? Zo is het beter voor je” Mijn hoofd knikte ja, maar mijn geest…
Het was goed geweest. Het is te serieus. Ik wilde meer vrijheid. Niet weer 2 keer per week door trainen in de herfst en winter.
Het spelletje had me al zoveel gebracht. Dankzij deze club en deze mensen had ik mijn Nederlands flink verbeterd. Ik had mensen leren kennen, vrienden gemaakt. Ik kreeg hulp bij het vinden van werk. We hadden veel meegemaakt: kinderen waren geboren, ik was op trouwerijen geweest. Ik zal nooit vergeten hoe we scoorden tegen Jongboys—een team vol betaalde spelers, al jaren ongeslagen. Onze snelle aanvaller rende over rechts, de keeper stond paraat… de bal vloog in de verre hoek. We vierden met tranen in onze ogen. Tranen voor onze teamgenoot die vanaf die week nooit meer met ons achter een bal aan zou kunnen rennen.
Ik durfde het eerste te verlaten en zette een stapje terug naar het tweede. Het team waar ik eigenlijk had moeten beginnen. Nog een paar jaar voetbalde ik met veel plezier en meer vrijheid. Gelukkig zochten steeds meer oude vrienden en teamgenoten ook rust bij het tweede. Toch bleef het serieus…
Op een winterse avond, met het veld wit van de sneeuw, stond ik in de rij. Weer een pass- en trap-oefening. Ik had er weinig zin in… Carlos probeerde ons te motiveren. Ik keek omhoog… sneeuwvlokken dansten naar beneden… Carlos deed echt zijn best… ik zag die pionnen staan… die rijen… ik keek weer omhoog…
Het was goed geweest.
Na een avontuurtje in de zaal hoorde ik HJ en Maarten zeggen: "We willen een nieuw team oprichten!" Het vierde. Oude selectiespelers die de liefde voor het spelletje wilden voortzetten, kwamen bij elkaar. We deden het zelf, zonder trainers… Er volgden fantastische jaren. Veruit mijn mooiste jaren bij deze prachtige club.
Na de geboorte van mijn tweede kind en een verhuizing naar Arnhem kwam er een einde aan mijn tijd als lid van de club. Af en toe kom ik nog langs… hier en daar tref ik nog een DVVA’er in Amsterdam.
Deze keer fietste ik naar de club voor het afscheid van Maarten en HJ. Een stroom aan herinneringen kwam terug—mooie en pijnlijke. We hebben veel te vroeg afscheid moeten nemen van teamgenoten. Ik zette mijn fiets op slot. Het was weer thuiskomen. Ik was weer te vroeg, net als die allereerste keer. Maarten was als enige in de kantine. Hij warmde zelfgekochte soep op… ik kreeg een hartelijke knuffel. De eerste van vele in deze mooie avond.
Het was altijd veel meer dan een spelletje…